Passageklachten (vernauwing) na een maagverkleining

Als het eten vanaf de slokdarm niet goed genoeg de maag in kan stromen, dan is er sprake van een passageklacht oftewel een vernauwing. Dit kan bijvoorbeeld bij een te strak afgestelde maagband het geval zijn, wanneer de slokdarm een vernauwing heeft of wanneer de aansluiting van de nieuwe maag op de dunne darm te krap is.

Je hebt dan na het eten van een hap het gevoel dat het eten niet doorloopt, je krijgt last van braken, of krijgt te maken met reflux (het eten stroomt dan weer vanaf de maag de slokdarm in naar boven).

Heb je hier last van, kijk dan eerst naar je eet- en drankpatroon: kauw je goed, sik je niet te grote porties door? Wit brood en rood vlees zijn over het algemeen lastiger door te slikken, laat deze voorlopig even staan. Ook drinken tijdens het eten kan dergelijke klachten veroorzaken.

Ligt het hier niet aan dan is het belangrijk om hulp in te roepen van je arts. Heb je een maagband? Ga dan terug naar het ziekenhuis met de vraag of de arts daar de band wat ruimte geeft. Bij elke andere operatie zal de arts een slikfoto maken om te kijken waar het eten onvoldoende kan zakken. Je moet dan een drankje of papje doorslikken terwijl je voor het röntgenapparaat staat. De arts ziet dan direct of het eten goed doorloopt of niet.

Als er sprake is van een vernauwing, dan is een ingreep vaak noodzakelijk. Bij zo’n operatie (of onder narcose of via een roesje) gaat de arts proberen de vernauwing op te rekken. Dit gaat endoscopisch: via je mond wordt een slang ingebracht met een ballonnetje. Op de hoogte van de vernauwing wordt de ballon opgeblazen en zo rekt het de vernauwing op. Soms is echter een operatie noodzakelijk. Deze zal dan meestal laparoscopisch (via kijkgaatjes) worden uitgevoerd.